Hoezo autoradio reviews? Ja inderdaad nee, ze spelen de
muziek die ik luister nauwelijks op de radio. Maar de CD speler met MP3
afspeelmogelijkheid in mijn auto doet dat wel, want ik voer 'm zo'n 2 keer per
maand met nieuwe zooi. Maar "muziek die ik hoorde in de auto op de CD
speler met..." bekt niet. Autoradio reviews dus.
Het leven is soms best naar. Voor een lekkere portie garnalen
worden de arme beestjes levend gekookt, en soulzangers moeten een kutleven
hebben, of in ieder geval zwaar liefdesverdriet. Net als bij garnalen wordt het
eindresultaat daar beter van. Mijn eerste gedachte bij het horen van de nieuwe
plaat van Omar was: "kut, het gaat veel te lekker met deze man". Op For
Pleasure had hij nog plenty ellende om over te zingen, en
dat deed hij dan ook met overgave. Het nummer "Outside" bijvoorbeeld
was echt een favoriet van dat album. Daarentegen kabbelt Sing
if you want it lekker funky voort, maar de teksten gaan niet tot de bodem.
Na meerdere keren luisteren begon ik echter te ontdekken dat
ik Omar met een verkeerde bril bekeek: hij is geen jazzy soulzanger, Omar zingt
funky jazz met een hintje soul. En hij hoeft dus niet te lijden om een goeie
song neer te zetten. Het was het nummer It's
so dat me dit deed inzien. Omar's stem vind ik gewoon erg
mooi, en met een dikke funky bass eronder ben ik daar al snel dik tevreden mee.
Na For
Pleasure ben ik Omar een beetje uit het oog verloren,
maar dat lijkt wat onterecht. Binnenkort zal ik eens gaan kijken wat ik precies
gemist heb. Vooral Best
By Far lonkt me.
Ik zou natuurlijk kunnen opzoeken wie Dudley
Perkins precies is, maar ik vind het leuker om te
fantaseren wie het is aan de hand van wat ik hoor. Aan de kleur van zijn stem te
horen zou ik dan zeggen dat hij de oudere, meer relaxte broer van Michael
Franti is. Door zijn manier van zingen (of is dat stiekem toch rappen?) zou
ik zeggen dat hij de drinkebroer van Anthony
Hamilton is. Door nummers als Testin'
me en Dear
God, zou ik dan verzinnen dat hij als knaapje het zingen
in een gospelkoortje heeft geleerd, en door een intens leven God heeft leren
kennen op een wijze die je alleen doet als je er een enorm zooitje van maakt. De
muziek van Dudley Perkins snapte ik eerst niet. Maar zoals dat gaat bij zoveel
spul van het Stones
Throw label (en goede muziek in het algemeen) intrigeerde
deze plaat me doordat het een eerlijk en persoonlijk verhaal vertelt, en heeft
me uiteindelijk zo weten te betoveren.
Salsa
Celtica - El Agua de la Vida/El Camino/Great Scottish Latin Adventure
Als ik net als bij Dudley Perkins zou fantaseren waar deze
lui vandaan komen, dan zou dat zijn van een Caribisch eiland in een parallel
universum waar Schotse piraten en Afro-Cubaanse marrons een heilstaat hebben
opgebouwd. Ik ben bang dat weinig mensen zich daar een voorstelling bij kunnen
maken zonder eerst Salsa Celtica gehoord te hebben, dus laat ik het qua fictie
daar maar bij.
Feiten dan: ik besloot het oeuvre van Salsa Celtica eens
onder de loep te nemen nadat ik El
Sol de la Noche hoorde op het Salsa Around the World
verzamel-album. Dat nummer komt van El
Agua de la Vida uit 2003, die toevallig ook door de
CD-speler in de auto als eerste werd gekozen. Op El
Agua de la Vida deden ze me vaak aan Orquesta Reve
denken, maar nog vaker (en niet alleen op dit album) aan Cubanismo.
Maar dan anders... Hoezo dan? Is dat een doedelzak die het laat lijken alsof de
trompetten uit het lood ten opzichte van de clave staan op Guajira
sin Sol? Is dat charanga
stijl of Schotse folk zoals die violen worden gespeeld op
het
titelnummer? En hoe zit dat met die dwarsfluit op Maestro
(met trouwens een lekker vet meezing coro: "Mira! Escucha maestro: la rumba
viene del barrio eso te digo yo!")? De mix van Kelten en Cubanen is een
beetje vreemd, maar erg lekker.
El Camino (2006) is de tweede CD van Salsa Celtica die ik
in mijn auto hoorde. Over de gehele linie vind ik deze minder dan
El
Agua de la Vida, maar nog steeds echt uitstekend te
pruimen. Op hun eigen website staat helaas geen luisterbaar voorproefje van de
CD. Daarvoor moet je naar
deze
pagina van www.musicscotland.com. Op deze schijf gaan ze
op hun best (bv "Córrela", "Pa'l Rumbero") nog steeds te
keer op een manier waar
Cubanismo
zich niet voor zou schamen. De eerste paar keer luisteren dacht ik dat ik hem
minder leuk vond door de wellicht grotere Schots/Ierse invloed op deze schijf,
maar later ben ik daar op teruggekomen. Er staan gewoon wat rustigere nummers
op, en ik hou meer van batería (oftewel vuurwerk).
Op The
Great Scottish Latin Adventure uit 1997 (het derde album
van Salsa Celtica in mijn auto en de tweede chronologisch gezien) is de mix nog
wat minder verfijnd naar mijn gevoel. Wat blijft is dat ze gewoon een stevige
pot salsa neerzetten, en daarom is ook deze plaat prima te beluisteren. Op de
website van Salsa Celtica kan je maar drie nummers van dit album horen: El
Portabello Malacon, Yo
me voy / Maggie's pancakes, en Vampiras).
Op basis van die drie alleen is de aanschaf van The
Great Scottish Latin Adventure te rechtvaardigen. Het is
een slimme keus van de band, want die vind ik qua salsa ook zo ongeveer de
sterkste nummers.
Als ik van begin tot einde zou luisteren in een platenzaak,
zou ik wellicht na "Rumba Escocia" en "Milonga for Iona" al
zijn afgehaakt. Die nummers zijn wat langzamer en in het begin wat vreemd voor
iemand die niet direct naar een Keltisch deuntje op zoek is. Later heb ik deze
nummers wel leren waarderen. Diegenen die deze nummers ook nu direct horen wil,
kunnen overigens terecht bij CD
universe voor een voorproefje.
Het tragische verhaal van Charizma is natuurlijk helemaal
niet uniek in de rapwereld: talent dat doodgeschoten wordt voordat hij zijn
hoogtepunt bereikt. Ik denk dan natuurlijk niet aan Tupac of Biggie, maar aan
Scott La Rock, of Big
L. Net zoals Scott
La Rock's dood een impuls gaf aan zijn makker KRS
One om zijn talent nog verder te benutten, heeft de dood
van Charizma dat effect op Peanut
Butter Wolf gehad: het was een belangrijke impuls om Stone
Throw records op te richten. Alleen bracht Peanut
Butter Wolf ons tien jaar andere vette hiphop (Madlib,
MF
Doom en natuurlijk de hierboven besproken Dudley Perkins)
voordat Peanut
Butter Wolf dit meesterwerkje dat in 1993 werd gemaakt
met ons deelde.
Maar nou weet je nog steeds niet hoe het allemaal klinkt. Het
is de hip-hop van begin jaren negentig natuurlijk die je hier hoort, want deze
plaat is per ongeluk 13 jaar te laat. Is dat erg? Nee. Ze klinken zo goed als Third
Bass in mijn herinnering klinkt, alleen dan constant
goed. De voornaamste thema's van Big Shots zijn feesten en hoe tof Charizma niet
is. Daarmee zijn ze in het goede gezelschap van tijdgenoten Digital
Underground, die ik vroeger echt grijs draaide.
Ik was verkocht vanaf het eerste nummer, Here's
a smirk, tot aan het laatste, Pacin'
the floor. Een voorproefje van het geheel is beschikbaar
bij Amazon.com.
Het is een wrange gedachte, maar ik ben bang dat we misschien
nooit al het prachtigs wat Stone
Throw records heeft voortgebracht zouden hebben gehoord
als Charizma nog leefde en het tweetal een prachtige carriere had gehad samen.
Misschien gebeuren sommige hele nare dingen wel echt voor een reden.