vrijdag, juli 09, 2010

Groot feest in Nergenshuizen

Mijn eerste indrukken van het Afro-Latino festival waren uitbundig. De zon brandde op 26 juni 2010 in België alsof ik in de tropen was. Vele attracties vochten om mijn aandacht. Twee daarvan waren het sterkst: het geluid van het optreden van Efrem J dat me tegemoet kwam vanuit een tent die de naam Pampero stage droeg, en de vele opties voor het avondmaal tussen de ingang en de luidste bron van muziek op dat moment. Ik rende langs het kraampje van Most Wanted (die ik hier niet had verwacht) en stak even mijn hoofd om de hoek in de donkere, stampvolle tent. Daarop besloot ik dat ik de benauwdheid en hitte daarbinnen niet aankon zonder eten in mijn maag, ondanks de aanlokkelijke klanken van het podium.

Mijn liefje en ik liepen langs de eettentjes en de aanblik en geuren deden me denken aan vroegere schoolreisjes naar pretparken. Waar op Couleur Cafe en Festival Mundial een wijde selectie uit de wereldkeuken zijn opwachting maakte als keus voor het avondeten, leek het aanbod hier gedomineerd door vette happen. Er was wel wat variatie, maar lang niet zoals bij de concurrende festivals.

Om iets te eten te krijgen moest ik mij eerst wenden tot de geldwisselaars die vele muziektempels ontsieren vandaag de dag. Begrijp me goed: ik snap de logica van bonnensystemen want die ontdoen de uitbaters van de eettentjes op festivals van ellende met wisselgeld, maar ik betaal toch liever met geld. Bij het Afro-Latino festival deden ze hun best het bonnengebeuren zo onaangenaam mogelijk te maken. Ik zag een kassa met daarbij het opschrift dat aangaf dat daar bonnen te krijgen zijn en een waarschuwing dat ik het niet in mijn hoofd moest halen om overtollige bonnen later te ruilen. Ik koop voor een flink bedrag aan bonnen en zie dat er drankbon opstaat. Mijn vriendin vraagt nog of die wel overal te gebruiken zijn en de dame achter de kassa bevestigt dat. Vervolgens blijkt dat er toch twee soorten bonnen zijn: eten en drank. Ik heb net al mijn cash in drankbonnen omgezet. De kassa met bonnen voor eten heeft geen PIN apparaat. Bij de kassa met drankbonnen staat een PIN apparaat, maar die kon niet met Nederlandse passen overweg terwijl we hemelsbreed nog geen 15 kilometer van de grens waren verwijderd.

Ik moest het terrein af om geld uit de muur te trekken. Mijn vriendin en ik vonden dat we dan net zo goed bij een lokale snackbar kon eten. Onderwijl begon ik steeds sterker te merken dat mijn hooikoortsmedicatie het had opgegeven door de constante prikkeling van Limburgse grassen. Ik twijfelde of het wel verstandig was om me in het landelijke te begeven op deze dag die wellicht het hoogste aantal pollen in de lucht had van het hele jaar, maar het kwaad was al geschied, dus weggaan had geen zin meer.

Toen we terugkwamen op het festivalterrein werd net een luchtballon opgelaten op het parkeerterrein. Efrem J was ondertussen al klaar met zingen en speelde Blue King Brown op het hoofdpodium. Daar was ik een week eerder op Festival Mundial ook al schouderophalend aan voorbij getrokken. In afwachting van het optreden van Havana D'Primera verkenden we het terrein. We kwamen een Surinaamse schaafijs verkoper tegen en die hoefde geen festivalbonnen maar gewoon dezelfde doekoe die ik op het Anton de Komplein back home zou moeten betalen. Goed, er zijn dus drie manieren om voor versnaperingen te betalen op het Afro-Latino festival.

Het viel me op dat het publiek op Afro-Latino anders uitzag als op andere festivals. Er hingen veel meer pubers dan elders rond, maar dat had vast te maken dat de toegang gratis is onder de 16. Ook zag ik opvallend veel volk dat ik zou typeren als oude bikers en boeren. Het ligt misschien aan mij, maar dat is niet mijn eerste associatie met het begrip afro-latino. De sfeer was evenwel zeer gemoedelijk en het was duidelijk dat iedereen flink genoot van het uitgebreide muziekaanbod op deze mooie dag.

Ik was op stap met een zwangere vrouw en dus was het duidelijk dat er regelmatige sanitaire stops op het festivalterrein moesten worden gemaakt. Ook hier wachtte een verrassing: daarvoor moet je een apart bandje aanschaffen om naar de WC te kunnen. Maar wie moet er nou niet een keertje plassen op zo'n lange dag? Ik vond dat de WC beter per keer betaald kon worden of gewoon bij de prijs ingegrepen zou moeten zijn (dan maar de hele dagkaart een euro of 2 duurder, want dan zijn de kaartjes van Afro-Latino nog steeds gunstig geprijsd).

Even later stond ik in een soort schuur van te genieten van een funkband met rapper terwijl 200 meter verderop Havana D'Primera aan het spelen was. Hoe kon dit nou? Een complex aan factoren heeft hier aan meegewerkt. Ten eerste, ik heb Havana D'Primera vorig jaar onder perfecte omstandigheden in Frankrijk gezien en gehoord, en die ervaring heeft de lat hoog gelegd voor het Afro-Latino Festival. Zoals gewoonlijk begon Havana D'Primera met "Resumen de los 90", maar het klonk grof en vervormd. Ten tweede, ik weet niet waar het aan lag maar tijdens de soundcheck kon ik al ergernis van het gezicht van Alexander Abreu lezen, en dat werd tijdens het spelen niet beter. Hij gebaarde constant naar de geluidsman al wijzend naar zijn microfoon en de monitorspeakers op het podium voor hem. Terwijl ik Alexander in 2009 in Fort Napoleon woord voor woord kon verstaan, kwam hij hier niet goed over de band heen.

Naar mijn mening faalden de geluidstechnici van het Pampero stage volledig tijdens het optreden van Havana D'Primera. Ik vond het onverdraaglijk: alsof je een duur stuk vlees besteld in een toprestaurant en het wordt aangebrand onder je neus geschoven. Zonder tent had het misschien beter gewerkt, maar da's een moeilijke keuze om te maken in ons deel van de wereld, want voor hetzelfde geld had het pijpenstelen geregend die dag.

Zo vluchtte ik naar een rustiger hoekje van het terrein en kwam bij het optreden van Blitz the Ambassador terecht, en werd voor de zoveelste maal verliefd op hiphop. Tussen mijn vroegste herinneringen aan muziek zitten de platen van Ray Barretto en Ismael Rivera uit mijn vader's collectie, maar die begreep ik pas veel later. De funkplaten uit mijn vader's collectie kon ik wel wat mee, maar mijn eerste liefde op muzikaal gebied is hiphop. Hiphop en ik hebben heel wat tijd doorgebracht samen en toch is het een moeilijke liefde: ze is gemakzuchtig en valt heel vaak in herhaling. En dan, als ik denk dat ze me echt niets meer te vertellen heeft dan is ze daar ineens weer, schitterend als de eerste keer.

Toen ik net bij het optreden van Blitz the Ambassador binnenwandelde, ervaarde ik het nogal schouderophalend: een rapper zoals ik er zovelen had gezien. Ineens legden de blazers aan en maakten duidelijk wie hier de baas is: ik was getuige van het optreden van een funkband die een rapper in dienst hebben om het geluid te completeren, en niet andersom.

Ik verbaasde me over het a-typische arbeidsethos van Blitz. Zo zie je jarenlang geen rapper die werkt voor zijn geld, zo zie je er twee in een week (het weekend daarvoor toonde Residente van Calle 13 ook al buitengewone inzet om het publiek te winnen). Ook al stond hij voor een halflege tent, Blitz stond zichtbaar te genieten, duidelijk bewust van het feit dat het eigenlijk wel bijzonder is om zo ver van huis een publiek te vinden voor zijn muziek. In dat opzicht deed hij me denken aan een optreden van Mayer Hawthorne. Verder heeft Blitz met Mayer Hawthorne gemeen dat in beide gevallen de band stiekem hiphop speelt.

Blitz rapte verder een stukje in het Ghanees, de blazers speelden deuntjes waarmee ze knipoogten naar afrobeat waren maar in de basis was het toch echt hiphop. De invloed van The Roots was duidelijk te horen, want het was voor mij klaar als een klontje dat Blitz in een aantal nummers heel hard probeerde te klinken als Black Thought maar dat is geen schande: als ik een rapper was, dan zou ik ook als de frontman van The Roots willen klinken. Ik hoorde ook een hintje Kanye West, maar in het algemeen heeft Blitz toch wel echt een heel eigen stijl.

Ondanks een overduidelijk New Yorks accent bleek Blitz echt geen standaard rapper omdat hij steeds naar de score van het WK-voetbal die avond bleef vragen (zijn vaderland Ghana speelde). Tegen het einde van het concert deed Blitz iets wat rappers bijna nooit doen: hij coverde een nummer. Om precies te zijn: "Tell Me Something" van Speech. Ik vond dat zeer goed in zijn repertoire passen.

Na het overtuigende optreden van Blitz the Ambassador and the Mighty Embassy wandelde ik binnen op het optreden van Inner Circle op het hoofdpodium. Ik heb ze lang geleden eens zien optreden tijdens een surftoernooi in Aruba en voor mijn gevoel was er niks veranderd: leuk, vermakelijk, maar ook niet meer dan dat.

Er lagen nog een aantal veelbelovende optredens in het verschiet, zoals dat van La Excelencia en dat van Notch, maar de hooikoorts was het aan het winnen van me dus gooide ik de handdoek vroeg in de ring die avond. Ik vluchtte naar de verkoeling van de climate control in mijn auto, die in combinatie met het pollenfilter mijn niesbuien een beetje temperden.

Je zou nu kunnen denken dat ik het een rampdag vond vanwege mijn heftige hooikoorts, een onduidelijk en onvriendelijk bonnensysteem, een optreden waarbij het geluid niet klopte, en de andere op- en aanmerkingen die ik had. Niets is echter minder waar: er waren een aantal dingen die anders gingen dan het volgens mij zou moeten, maar in de basis was ik getuige van een pracht festival in een gemoedelijke sfeer met een uitstekend en gevarieerd programma. De per ongeluk teveel aangeschafte drankbonnen heeft mijn vriendin geruild voor een kettinkje bij een Franstalige handelaar in snuisterijen (wel tegen woekerwisselkoers, maar goed, da's beter dan niks). Volgend jaar neem ik zwaardere anti-histaminen en probeer ik het gewoon weer, and then I will do as the Romans, ofzoiets.

donderdag, juli 08, 2010

Calle 13, of hoe hard werken kan lonen

Op Festival Mundial 2010 heb ik iets gezien dat ik lange tijd niet heb mogen aanschouwen: een rapper die zijn best doet. Beroemde rappers zijn vaak net als topvoetballers: luie, verwende jongetjes die erg vol zijn van zichzelf. Als ze eenmaal roem hebben verzameld dan verdwijnt de honger. Het resultaat hiervan is dat rapconcerten meestal tegenvallen. Ik kan het weten, want ik ben naar ontelbare rap-optredens geweest sinds ik in 1986 naar Run-DMC ging (die overigens wel hun best deden).

Daarentegen zijn een dozijn Grammy awards de rapper Residente van Calle 13 niet naar het hoofd gestegen. Hij leek maar niet van het idee af te helpen te zijn dat niemand in het publiek hem begreep, maar om me heen zag ik verscheidene monden met Residente meerappen. Zelfs toen twee meisjes het podium beklommen en hem bewezen dat zij zijn teksten woord voor woord kende, was het nog steeds duidelijk dat hij maar niet kon bevatten dat er nog veel meer mensen in het publiek stonden die deze zondag speciaal voor de raps van Residente en de composities van zijn broer Visitante naar dit festival waren gekomen. Zo'n vijftien meter van het podium zag ik om me heen hier en daar een Puerto-Ricaans vlaggetje maar vooral mensen die duidelijk fan van Calle 13 waren.

Ondanks de nadrukkelijke aanwezigheid van fans kreeg Residente misschien het gevoel niet begrepen te worden omdat het publiek tijdens de eerste paar nummers op haast typisch Nederlandse wijze afwachtend de show stond te bekijken, maar dat kwam wellicht doordat het somberder en kouder was dan het zou horen te zijn in juni. Daarnaast werd er om me heen stevig geblowt, vooral door de dames en heren die de teksten van Calle 13 het beste leken te kennen. Voor mij hielp het ook niet dat Calle 13 de show begon met "No hay nadie como tu" van hun laatste album. Ik heb het laatste album eigenlijk (te) weinig geluisterd, dus hoorde ik de overigens sterke live vertolking alsof het de eerste keer was, en ik was dus drukker bezig met luisteren dan met dansen en springen.
Waar andere rappers boos zouden worden op het publiek (en ja, dat heb ik meerdere keren in het verleden meegemaakt), deed Calle 13 hun best om de boel in beweging te krijgen, en dat lukte. Tijdens "Cumbia de los aburridos" vroeg Residente het publiek of het tempo soms wat omhoog moet, wat de band aanzette om de muziek flink de sporen te geven. Residente en zijn zus PG-13 stuiterden vervolgens wild over het podium, onder het mom van goed voorbeeld doet goed volgen. Met "Se vale to-to" wist Residente zijn enthousiasme dan eindelijk echt op het publiek over te brengen. En die connectie bleef overeind tot het einde van de show, die eindigde met het nummer wat ik altijd als eerste in mijn hoofd hoor als ik aan Calle 13 denk: Atrévete-te-te..
Als toetje heb ik daarna nog een dik half uur van het optreden van Timbazo meegepikt. Op de plaat vond ik ze technisch goed maar miste ik de betovering. Live klinkt de salsa van Timbazo talloze malen dikker en daarmee was ik direct verkocht. Ik hoorde onder andere twee Joe Cuba nummers voorbijkomen (daar heeft Timbazo immers een hele CD aan gewijd) maar in de versie van Timbazo klonken ze voor mij meer alsof het werk van Fania All-Stars was. Het geheel kwam als een fijne roes over me heen.




Ik was helaas niet in de gelegenheid om te blijven voor het optreden van Sean Paul, de headliner van de zondag op Festival Mundial. Desondanks had ik genoeg gezien en ging ik voldaan naar huis. Ik was er vorig jaar ook bij en de kans is dik dat ik volgend jaar weer naar Tilburg afreis voor Festival Mundial.

woensdag, juli 07, 2010

De enige manier om van de Star Wars Prequels te genieten


De fotostrip DM of the Rings vond ik hilarisch, en Darth and Droids is precies dezelfde idioterie maar nu in een Star Wars setting: the prequels herverteld als RPG avontuur. In dat licht is het plot van Episode 1 ineens veel logischer: Jar Jar Binks is eigenlijk een meisje van 8, Qui Jon is een cynische oude RPG speler en Obi Wan is een nerd die de scifi babble van de DM probeert te vertalen in een consistente set regels voor het spel-universum, uiteraard met een interpretatie die hem het best uitkomt.