woensdag, december 01, 2010

maandag, oktober 25, 2010

Changui Deluxe


Dit concert mag gerust a-typisch worden genoemd. Er werd niet gefouilleerd aan de deur van het Tropentheater op 16 oktober. Ik hoefde geen "lid" te worden om naar binnen te mogen. Het toilet was gratis en brandschoon. Iedereen in de voor misschien zestig procent gevulde zaal zat op een genummerde stoel (tenminste, tot de band ging spelen). Er was een pauze midden in het optreden waarin ik een gratis drankje kreeg. Ik mocht voor slechts 23 euro (19 in de voorverkoop, maar die had ik aan me voorbij laten gaan) naar binnen: da's nog geen anderhalve euro de man voor het zestien leden tellende Orquesta Revé!

In mijn muziekverzameling staat Orquesta Revé apart van Elito Revé y su Charangón, terwijl het titelnummer van "Fresquecito" me al waarschuwde dat er eigenlijk al 54 jaar maar sprake is van 1 Orquesta Revé, waarvan Elito's band de laatste editie is. Het werd me evenwel pas echt duidelijk tijdens het openingsnummer van het concert. Ik hoorde "Ruñidera" zoals ik 16 jaar geleden voor het eerst hoorde op "La Explosion del Momento". Geen twijfel mogelijk: dit is het enige echte Orquesta Revé!

Vervolgens werd "Fresquecito" ingezet. Twee minuten later zat er bijna niemand meer op een stoel. Dat kwam niet alleen doordat je niks ziet achteraan als de mensen vooraan opstaan: het was vooral de weergaloze kracht van de Changui. Die kende ik tot nu toe alleen van de platen van Revé: die hebben allemaal zo'n moment dat het lijkt alsof de band ineens de sporen krijgt en je niets anders kan doen dan het beest dat dan loskomt te berijden totdat het briesend tot stilstand komt. Nu heb ik het in het echt gezien. Ik zat op het balkon en voelde me als royalty in mijn comfortabele zetel, op veilige afstand van de muzikale orkaan op het podium. Een orkaan die overigens ook zo ging liggen toen het tijd was om te pauzeren, om na de pauze in een paar seconden weer tot volle kracht aan te zwellen.

In de pauze kwam mijn liefje aanzetten met een exemplaar van "De que estamos hablando", de laatste CD van de Elito Revé y su Charangón met een gefotokopieerd hoesje. Ze had het gekocht had van een twee dames die zeiden deze voor de band aan de man te brengen. Ik vertrouwde het niet en het bleek ook een thuiskopie te zijn, met de nummers in een andere volgorde dan het origineel. Alleen het onbekende merk van de schijf, "TRD Caribe", doet vermoeden dat hier in ieder geval wel Cubanen aan het bijklussen waren (maar of dat het orkest nou zelf was?). TRD staat in Cuba voor "Tiendas de Recaudación de Divisas: winkels waar met US dollars kan worden betaald.

We hebben de dames niet meer terug gezien. Na het concert zag ik wel een duidelijk verveelde vent in een guayabero achter een tafeltje met de officiele versie "De que estamos hablando". Ik had geen zin om hem te vertellen dat er iemand onder zijn duiven aan het schieten was. Om eerlijk te zijn: who cares? Het zou toch naar de Cubaanse staat gaan, niet naar het orkest.

Goed, ik dwaal af. Er is nog een geheel onbesproken tweede helft van het concert. Daarin zag en hoorde ik meer van hetzelfde. Helemaal goed, want dat was precies waarvoor ik was gekomen. Ik zag live wat Peter Watrous van descarga.com schreef over Fresquecito: "[...]non-stop intense, slightly maniacal, with endless rhythm arrangements, coro after coro, breakdowns, everything stacked on everything, just a riot of bandleading and crowd riling."

Tijdens de toegift zette Elio Revé zijn groene hoedje op om het publiek nog even een Santeria zegening voor geld, gezondheid en geluk mee te geven. Wat kan een mens nog meer willen? Ik kon maar één ding bedenken na afloop: weten wat Ruñidera nou eigenlijk betekent. Volgens de eerste hit op google met "Ruñidera" als zoekopdracht is dat pochen dat je de beste bent. Voorlopig vind ik het geen opschepperij. Stuur nog maar een paar Cubaanse bands van dit kaliber, dan zal ik ze met liefde vergelijken.

I saw Willie - El Gran Varón

Willie Colon liet me er lang op wachten, en dan bedoel ik niet dat hij sinds 1985 niet meer in Nederland heeft opgetreden. Zijn concert in de nacht van 8 op 9 oktober 2010 begon om twee uur, maar dat was het wachten waard. God, wat heeft Willie in veel salsa klassiekers een hand gehad. Vlak voor het optreden werd het publiek hieraan herinnerd in een filmpje op de schermen naast het podium. Het was volledig overbodig: de in grote getalen aanwezige latino's kenden hun klassiekers, ongeacht hun leeftijd. Een paar begintonen van het zoveelste stukje Goud van Oud uit de trompet van Willie waren voldoende voor keer op keer golf van gejuich. Overal om me heen zag ik lippen met ieder nummer meebewegen.

Willie begon aarzelend met "Che che cole" en een paar andere oude nummers die hij samen met Hector Lavoe en Ruben Blades had gemaakt. De geluidstechnici hadden de boel nog niet op orde, en ik dacht aan hoeveel liever ik hem in de Melkweg zou hebben spelen. Dat kwam bovenop de ergernissen van het moeten kopen van drankjes met een muntjes systeem (oftewel geldwisselaars die de Salsa tempel ontheiligen) en een kluisje voor mijn jas waar ik 10 euro voor moest uitgeven (terwijl ik bij het zwembad daar 50 cent voor betaal). Nou goed, parkeren was wel gratis. You win some, you lose some.

Langzaam maar zeker werd het geluid beter. De oude locomotief kwam op stoom en mijn ergernis verdween. Voor ik het wist, stond de band al bijna een uur te spelen. In die salsa-roes hoorde ik onder andere een geweldige uitvoering van "Calle Luna, Calle Sol" voorbij komen. Time flies when you're having fun! De uitvoering van "Oh que sera" was een hoogtepunt voor mij. De band bouwde onder leiding van Willie het nummer om tot een descarga waar de funk in dikke druppels vanaf droop. Later in de set kwam "El gran varón" voorbij. Dat leek de publieksfavoriet te zijn, getuige de reactie die dat nummer losmaakte.

Willie zong alle nummers zelf. Ik vind zijn stemgeluid mooi en uniek, en toch dacht ik onwillekeurig terug aan hoe Lavoe en Blades die nummers ten gehore brachten. Elk voordeel heeft zijn nadeel: Willie Colon heeft in het begin van zijn carriere sensationele zangers in zijn band gehad, waarnaast zijn talent als zanger verbleekt. Op de trompet en trombone was Willie uiteraard wel heer en meester, want hij heeft met zijn geheel eigen stijl een onuitwisbaar stempel gedrukt op het hele salsa-genre.

Op een gegeven moment begon Willie een paar woorden in het Engels te zingen, maar daar was het publiek het niet mee eens. Hij protesteerde nog dat het de normaalste zaak van de wereld is voor een jongen uit de Bronx zoals hij, maar het publiek wilde er niets van horen. Ik vond het jammer, want als we de film "El Cantante" mogen geloven, dan sprak Willie niet eens Spaans toen hij Hector Lavoe voor het eerst ontmoette.

Opvallend door het hele concert heen waren de pauzes tussen de liedjes, waarin de band volledig stil viel en Willie zich rustig voorbereidde op de volgende publieksfavoriet. Ook opvallend was dat Willie Colon de naam van de bandleden van een papiertje moest lezen. Ik denk niet dat het vergeetachtigheid vanwege ouderdom is. Ze klonken alsof ze al geruime tijd met hem speelde, maar blijkbaar was dit een gelegenheidsorkest.

In de toegift trakteerde Willie Colon op een reeks nummers van Hector Lavoe. Willie mist Hector duidelijk nog steeds. Every salsa fan does. Hierna gaan we Willie ook missen. Hij deed Amsterdam aan als deel van zijn afscheidstoer, maar het is goed zo. Ik hoop dat Willie nog lang van zijn pensioen mag genieten.

vrijdag, oktober 15, 2010

Sinterklaas woont ook in Spanje...

...net als La Sucursal S.A. en daarom hoop ik dat de Sint ruimte heeft op de stoomboot om ze mee te nemen. Ik zet namelijk een concert van hen op mijn verlanglijstje. Check deze video. Smokin!

woensdag, september 29, 2010

Alles wat er mis is aan The Phantom Menace

Ik heb nog nooit iemand zoveel gehakt zien maken van een slechte film als Plinkett Reviews van The Phantom Menace:

Om de review te zien (die bijna net zo lang is als de film!), moet je wel eerst door een reclame voor de zeikserie Glee heenzitten, maar dat is het zeker waard. De verteller legt niet alleen zout op iedere slak (en God, wat zijn het er veel), maar deelt ook nog eens handige tips uit eigen ervaring over hoe mensen efficienter om het hoekje te helpen zijn.

Deze geweldige quote uit het vervolg vat het allemaal samen: "There is a potion that magically helps you forget about The Phantom Menace. It is called bleach".

woensdag, augustus 04, 2010

Son Del Indio

Zojuist ontdekte ik dat Sixto "El Indio" Llorente pas geleden een CD heeft uitgebracht met zijn nieuwe band, "Son del Indio". Hier alvast als voorproefje de videoclip van het titelnummer, waarin El Indio wel lijkt bewerkt met botox:

vrijdag, juli 09, 2010

Groot feest in Nergenshuizen

Mijn eerste indrukken van het Afro-Latino festival waren uitbundig. De zon brandde op 26 juni 2010 in België alsof ik in de tropen was. Vele attracties vochten om mijn aandacht. Twee daarvan waren het sterkst: het geluid van het optreden van Efrem J dat me tegemoet kwam vanuit een tent die de naam Pampero stage droeg, en de vele opties voor het avondmaal tussen de ingang en de luidste bron van muziek op dat moment. Ik rende langs het kraampje van Most Wanted (die ik hier niet had verwacht) en stak even mijn hoofd om de hoek in de donkere, stampvolle tent. Daarop besloot ik dat ik de benauwdheid en hitte daarbinnen niet aankon zonder eten in mijn maag, ondanks de aanlokkelijke klanken van het podium.

Mijn liefje en ik liepen langs de eettentjes en de aanblik en geuren deden me denken aan vroegere schoolreisjes naar pretparken. Waar op Couleur Cafe en Festival Mundial een wijde selectie uit de wereldkeuken zijn opwachting maakte als keus voor het avondeten, leek het aanbod hier gedomineerd door vette happen. Er was wel wat variatie, maar lang niet zoals bij de concurrende festivals.

Om iets te eten te krijgen moest ik mij eerst wenden tot de geldwisselaars die vele muziektempels ontsieren vandaag de dag. Begrijp me goed: ik snap de logica van bonnensystemen want die ontdoen de uitbaters van de eettentjes op festivals van ellende met wisselgeld, maar ik betaal toch liever met geld. Bij het Afro-Latino festival deden ze hun best het bonnengebeuren zo onaangenaam mogelijk te maken. Ik zag een kassa met daarbij het opschrift dat aangaf dat daar bonnen te krijgen zijn en een waarschuwing dat ik het niet in mijn hoofd moest halen om overtollige bonnen later te ruilen. Ik koop voor een flink bedrag aan bonnen en zie dat er drankbon opstaat. Mijn vriendin vraagt nog of die wel overal te gebruiken zijn en de dame achter de kassa bevestigt dat. Vervolgens blijkt dat er toch twee soorten bonnen zijn: eten en drank. Ik heb net al mijn cash in drankbonnen omgezet. De kassa met bonnen voor eten heeft geen PIN apparaat. Bij de kassa met drankbonnen staat een PIN apparaat, maar die kon niet met Nederlandse passen overweg terwijl we hemelsbreed nog geen 15 kilometer van de grens waren verwijderd.

Ik moest het terrein af om geld uit de muur te trekken. Mijn vriendin en ik vonden dat we dan net zo goed bij een lokale snackbar kon eten. Onderwijl begon ik steeds sterker te merken dat mijn hooikoortsmedicatie het had opgegeven door de constante prikkeling van Limburgse grassen. Ik twijfelde of het wel verstandig was om me in het landelijke te begeven op deze dag die wellicht het hoogste aantal pollen in de lucht had van het hele jaar, maar het kwaad was al geschied, dus weggaan had geen zin meer.

Toen we terugkwamen op het festivalterrein werd net een luchtballon opgelaten op het parkeerterrein. Efrem J was ondertussen al klaar met zingen en speelde Blue King Brown op het hoofdpodium. Daar was ik een week eerder op Festival Mundial ook al schouderophalend aan voorbij getrokken. In afwachting van het optreden van Havana D'Primera verkenden we het terrein. We kwamen een Surinaamse schaafijs verkoper tegen en die hoefde geen festivalbonnen maar gewoon dezelfde doekoe die ik op het Anton de Komplein back home zou moeten betalen. Goed, er zijn dus drie manieren om voor versnaperingen te betalen op het Afro-Latino festival.

Het viel me op dat het publiek op Afro-Latino anders uitzag als op andere festivals. Er hingen veel meer pubers dan elders rond, maar dat had vast te maken dat de toegang gratis is onder de 16. Ook zag ik opvallend veel volk dat ik zou typeren als oude bikers en boeren. Het ligt misschien aan mij, maar dat is niet mijn eerste associatie met het begrip afro-latino. De sfeer was evenwel zeer gemoedelijk en het was duidelijk dat iedereen flink genoot van het uitgebreide muziekaanbod op deze mooie dag.

Ik was op stap met een zwangere vrouw en dus was het duidelijk dat er regelmatige sanitaire stops op het festivalterrein moesten worden gemaakt. Ook hier wachtte een verrassing: daarvoor moet je een apart bandje aanschaffen om naar de WC te kunnen. Maar wie moet er nou niet een keertje plassen op zo'n lange dag? Ik vond dat de WC beter per keer betaald kon worden of gewoon bij de prijs ingegrepen zou moeten zijn (dan maar de hele dagkaart een euro of 2 duurder, want dan zijn de kaartjes van Afro-Latino nog steeds gunstig geprijsd).

Even later stond ik in een soort schuur van te genieten van een funkband met rapper terwijl 200 meter verderop Havana D'Primera aan het spelen was. Hoe kon dit nou? Een complex aan factoren heeft hier aan meegewerkt. Ten eerste, ik heb Havana D'Primera vorig jaar onder perfecte omstandigheden in Frankrijk gezien en gehoord, en die ervaring heeft de lat hoog gelegd voor het Afro-Latino Festival. Zoals gewoonlijk begon Havana D'Primera met "Resumen de los 90", maar het klonk grof en vervormd. Ten tweede, ik weet niet waar het aan lag maar tijdens de soundcheck kon ik al ergernis van het gezicht van Alexander Abreu lezen, en dat werd tijdens het spelen niet beter. Hij gebaarde constant naar de geluidsman al wijzend naar zijn microfoon en de monitorspeakers op het podium voor hem. Terwijl ik Alexander in 2009 in Fort Napoleon woord voor woord kon verstaan, kwam hij hier niet goed over de band heen.

Naar mijn mening faalden de geluidstechnici van het Pampero stage volledig tijdens het optreden van Havana D'Primera. Ik vond het onverdraaglijk: alsof je een duur stuk vlees besteld in een toprestaurant en het wordt aangebrand onder je neus geschoven. Zonder tent had het misschien beter gewerkt, maar da's een moeilijke keuze om te maken in ons deel van de wereld, want voor hetzelfde geld had het pijpenstelen geregend die dag.

Zo vluchtte ik naar een rustiger hoekje van het terrein en kwam bij het optreden van Blitz the Ambassador terecht, en werd voor de zoveelste maal verliefd op hiphop. Tussen mijn vroegste herinneringen aan muziek zitten de platen van Ray Barretto en Ismael Rivera uit mijn vader's collectie, maar die begreep ik pas veel later. De funkplaten uit mijn vader's collectie kon ik wel wat mee, maar mijn eerste liefde op muzikaal gebied is hiphop. Hiphop en ik hebben heel wat tijd doorgebracht samen en toch is het een moeilijke liefde: ze is gemakzuchtig en valt heel vaak in herhaling. En dan, als ik denk dat ze me echt niets meer te vertellen heeft dan is ze daar ineens weer, schitterend als de eerste keer.

Toen ik net bij het optreden van Blitz the Ambassador binnenwandelde, ervaarde ik het nogal schouderophalend: een rapper zoals ik er zovelen had gezien. Ineens legden de blazers aan en maakten duidelijk wie hier de baas is: ik was getuige van het optreden van een funkband die een rapper in dienst hebben om het geluid te completeren, en niet andersom.

Ik verbaasde me over het a-typische arbeidsethos van Blitz. Zo zie je jarenlang geen rapper die werkt voor zijn geld, zo zie je er twee in een week (het weekend daarvoor toonde Residente van Calle 13 ook al buitengewone inzet om het publiek te winnen). Ook al stond hij voor een halflege tent, Blitz stond zichtbaar te genieten, duidelijk bewust van het feit dat het eigenlijk wel bijzonder is om zo ver van huis een publiek te vinden voor zijn muziek. In dat opzicht deed hij me denken aan een optreden van Mayer Hawthorne. Verder heeft Blitz met Mayer Hawthorne gemeen dat in beide gevallen de band stiekem hiphop speelt.

Blitz rapte verder een stukje in het Ghanees, de blazers speelden deuntjes waarmee ze knipoogten naar afrobeat waren maar in de basis was het toch echt hiphop. De invloed van The Roots was duidelijk te horen, want het was voor mij klaar als een klontje dat Blitz in een aantal nummers heel hard probeerde te klinken als Black Thought maar dat is geen schande: als ik een rapper was, dan zou ik ook als de frontman van The Roots willen klinken. Ik hoorde ook een hintje Kanye West, maar in het algemeen heeft Blitz toch wel echt een heel eigen stijl.

Ondanks een overduidelijk New Yorks accent bleek Blitz echt geen standaard rapper omdat hij steeds naar de score van het WK-voetbal die avond bleef vragen (zijn vaderland Ghana speelde). Tegen het einde van het concert deed Blitz iets wat rappers bijna nooit doen: hij coverde een nummer. Om precies te zijn: "Tell Me Something" van Speech. Ik vond dat zeer goed in zijn repertoire passen.

Na het overtuigende optreden van Blitz the Ambassador and the Mighty Embassy wandelde ik binnen op het optreden van Inner Circle op het hoofdpodium. Ik heb ze lang geleden eens zien optreden tijdens een surftoernooi in Aruba en voor mijn gevoel was er niks veranderd: leuk, vermakelijk, maar ook niet meer dan dat.

Er lagen nog een aantal veelbelovende optredens in het verschiet, zoals dat van La Excelencia en dat van Notch, maar de hooikoorts was het aan het winnen van me dus gooide ik de handdoek vroeg in de ring die avond. Ik vluchtte naar de verkoeling van de climate control in mijn auto, die in combinatie met het pollenfilter mijn niesbuien een beetje temperden.

Je zou nu kunnen denken dat ik het een rampdag vond vanwege mijn heftige hooikoorts, een onduidelijk en onvriendelijk bonnensysteem, een optreden waarbij het geluid niet klopte, en de andere op- en aanmerkingen die ik had. Niets is echter minder waar: er waren een aantal dingen die anders gingen dan het volgens mij zou moeten, maar in de basis was ik getuige van een pracht festival in een gemoedelijke sfeer met een uitstekend en gevarieerd programma. De per ongeluk teveel aangeschafte drankbonnen heeft mijn vriendin geruild voor een kettinkje bij een Franstalige handelaar in snuisterijen (wel tegen woekerwisselkoers, maar goed, da's beter dan niks). Volgend jaar neem ik zwaardere anti-histaminen en probeer ik het gewoon weer, and then I will do as the Romans, ofzoiets.

donderdag, juli 08, 2010

Calle 13, of hoe hard werken kan lonen

Op Festival Mundial 2010 heb ik iets gezien dat ik lange tijd niet heb mogen aanschouwen: een rapper die zijn best doet. Beroemde rappers zijn vaak net als topvoetballers: luie, verwende jongetjes die erg vol zijn van zichzelf. Als ze eenmaal roem hebben verzameld dan verdwijnt de honger. Het resultaat hiervan is dat rapconcerten meestal tegenvallen. Ik kan het weten, want ik ben naar ontelbare rap-optredens geweest sinds ik in 1986 naar Run-DMC ging (die overigens wel hun best deden).

Daarentegen zijn een dozijn Grammy awards de rapper Residente van Calle 13 niet naar het hoofd gestegen. Hij leek maar niet van het idee af te helpen te zijn dat niemand in het publiek hem begreep, maar om me heen zag ik verscheidene monden met Residente meerappen. Zelfs toen twee meisjes het podium beklommen en hem bewezen dat zij zijn teksten woord voor woord kende, was het nog steeds duidelijk dat hij maar niet kon bevatten dat er nog veel meer mensen in het publiek stonden die deze zondag speciaal voor de raps van Residente en de composities van zijn broer Visitante naar dit festival waren gekomen. Zo'n vijftien meter van het podium zag ik om me heen hier en daar een Puerto-Ricaans vlaggetje maar vooral mensen die duidelijk fan van Calle 13 waren.

Ondanks de nadrukkelijke aanwezigheid van fans kreeg Residente misschien het gevoel niet begrepen te worden omdat het publiek tijdens de eerste paar nummers op haast typisch Nederlandse wijze afwachtend de show stond te bekijken, maar dat kwam wellicht doordat het somberder en kouder was dan het zou horen te zijn in juni. Daarnaast werd er om me heen stevig geblowt, vooral door de dames en heren die de teksten van Calle 13 het beste leken te kennen. Voor mij hielp het ook niet dat Calle 13 de show begon met "No hay nadie como tu" van hun laatste album. Ik heb het laatste album eigenlijk (te) weinig geluisterd, dus hoorde ik de overigens sterke live vertolking alsof het de eerste keer was, en ik was dus drukker bezig met luisteren dan met dansen en springen.
Waar andere rappers boos zouden worden op het publiek (en ja, dat heb ik meerdere keren in het verleden meegemaakt), deed Calle 13 hun best om de boel in beweging te krijgen, en dat lukte. Tijdens "Cumbia de los aburridos" vroeg Residente het publiek of het tempo soms wat omhoog moet, wat de band aanzette om de muziek flink de sporen te geven. Residente en zijn zus PG-13 stuiterden vervolgens wild over het podium, onder het mom van goed voorbeeld doet goed volgen. Met "Se vale to-to" wist Residente zijn enthousiasme dan eindelijk echt op het publiek over te brengen. En die connectie bleef overeind tot het einde van de show, die eindigde met het nummer wat ik altijd als eerste in mijn hoofd hoor als ik aan Calle 13 denk: Atrévete-te-te..
Als toetje heb ik daarna nog een dik half uur van het optreden van Timbazo meegepikt. Op de plaat vond ik ze technisch goed maar miste ik de betovering. Live klinkt de salsa van Timbazo talloze malen dikker en daarmee was ik direct verkocht. Ik hoorde onder andere twee Joe Cuba nummers voorbijkomen (daar heeft Timbazo immers een hele CD aan gewijd) maar in de versie van Timbazo klonken ze voor mij meer alsof het werk van Fania All-Stars was. Het geheel kwam als een fijne roes over me heen.




Ik was helaas niet in de gelegenheid om te blijven voor het optreden van Sean Paul, de headliner van de zondag op Festival Mundial. Desondanks had ik genoeg gezien en ging ik voldaan naar huis. Ik was er vorig jaar ook bij en de kans is dik dat ik volgend jaar weer naar Tilburg afreis voor Festival Mundial.

woensdag, juli 07, 2010

De enige manier om van de Star Wars Prequels te genieten


De fotostrip DM of the Rings vond ik hilarisch, en Darth and Droids is precies dezelfde idioterie maar nu in een Star Wars setting: the prequels herverteld als RPG avontuur. In dat licht is het plot van Episode 1 ineens veel logischer: Jar Jar Binks is eigenlijk een meisje van 8, Qui Jon is een cynische oude RPG speler en Obi Wan is een nerd die de scifi babble van de DM probeert te vertalen in een consistente set regels voor het spel-universum, uiteraard met een interpretatie die hem het best uitkomt.

zaterdag, mei 29, 2010

Me gusta ser diferente

Ik ben nu al een paar dagen bevangen door Angel Canales manie. Ik hoef er niet persé van af, maar ik zit er niet mee om wat toevallige passanten er ook mee te besmetten.

donderdag, mei 27, 2010

Fietsen die ik wil hebben: Izip Urban Cruiser Enlightened


De "Urban cruiser enlightened" van Izip heeft gemengde reviews op Internet, maar ik vind het een geweldig design. De fiets heeft trapondersteuning maar je ziet er helemaal niets van want alles is heel mooi weggewerkt.

Fietsen die ik wil hebben: 346 Basman Special Blue Bling Edition

Ik aas al jaren op een Basman. Dit komt dicht bij hoe ik mijn Basman customized zou willen hebben. Ik zou er enkel een chopper stuur opzetten en drie versnellingen (want dat kan met 144 spaaks wielen tegenwoordig). Oh, en natuurlijk mijn eigen logo (wat ik ook nog steeds eens met mijn Scythe moet doen).

dinsdag, mei 25, 2010

Fietsen die ik wil hebben: Wavecrest Tidalforce IO

Deze fiets met ingebouwde trapondersteuning wordt ook al niet meer gemaakt, en hij is niet street-legal in Nederland vanwege zijn 750 Watt vermogen voor trapondersteuning (250 Watt is het maximum volgens de Nederlandse wet) die goed is voor een topsnelheid van 45 km per uur. Maar goed, welke agent ziet dat nou? Ze zouden je hoogstens stoppen om te vertellen hoe mooi je fiets is. Ik hoop er ooit een te mogen meenemen voor een uitgebreide testrit van een jaar of tien ofzo.

maandag, mei 24, 2010

Fietsen die ik wil hebben: Biomega MN


A job worth doing is a job worth overdoing, heb ik gehoord. De Biomega MN ziet er uit als een vervaarlijk snelheidsmonster. Ik denk dat die fiets niet zou misstaan onder mijn dikke kont.

Fietsen die ik wil hebben: 3G S-Rod




Helaas maakt 3G-bikes de S-Rod niet meer, maar hier en daar duiken af en toe restpartijen op. Ik wil best ruimte maken in huis om zo'n fiets te adopteren die nu liefdeloos stof staat te vergaren in een opslag.

Fietsen die ik wil hebben: Fietsfabriek's BMW R20


Vroeger zat er een filiaal van de Fietsfabriek naast mijn voordeur. Het leek een goed idee om die mama bakfietsen van ze op het kinderrijke IJburg te slijten, maar het liep voor geen meter. Ik denk dat ze meer aanloop hadden gehad als ze dit parade paardje in de etalage hadden gezet. De cardan-as alleen al doet me watertanden.

Fietsen die ik wil hebben: Tato Commuter Bicycle

Het zwitserse Tato maakt mountain bikes met ruimte voor een laptop. Ik weet niet waarom ik een laptop in de bergen nodig zou hebben, maar toch wil ik er een.

Violence... gewoon voor tussendoor

Na het lezen van een discussie in de LinkedIn groep voor RPG spelers over drama in roleplaying kwam ik via CriticalMiss (wat op zich een herontdekking was) uit op een gratis RPG systeem genaamd Violence. Net als Munchkin herinterpreteert dit het basisgegeven van D&D: betreed een ruimte waar je nog nooit bent geweest, sla dood wat er binnen is, en neem de schat mee. In tegenstelling tot D&D vinden we deze ruimtes niet in een grot bewoond door goblins, maar gaat het hier over het overvallen van willekeurige adressen.

Ja, in het echt zijn woningovervallen heel stout en horen personen die dat doen herhaaldelijk corrigerend op het gebit getikt te worden totdat zij hun gebit als popcorn uitspuwen (om te beginnen). Maar "Violence" is niet echt, het is een puberale fantasie in de grandioze traditie van Grand Theft Auto, met een hint van A Clockwork Orange (de laatste wordt al als kunst gezien, voor GTA duurt het nog minstens een jaar of tien voordat de culturele elite snapt waarom dat ook kunst is).

Ik kan me niet herinneren wanneer ik ooit eerder hardop gelachen heb om een RPG boek. Het is duidelijk een D&D parodie, maar ook een parodie op andere roleplaying handleidingen, met constant commentaar op de lezer waarin de verteller wanhoopt over waarom hij eigenlijk de basis concepten van roleplaying games moet uitleggen. Maar het gaat verder dan dat: "Violence" drijft o.a. de spot met politiek correct geouwehoer, engelsen, gangster rappers, fundamentalisten, wapenfreaks en smerissen. Ik durf te zeggen: more piss-taking than a South Park episode!

Overigens, uit de discussie op LinkedIn heb ik ook nog een interessante opmerking opgepikt uit een essay genaamd Roleplaying, Hardcore:

Suspense doesn't come from uncertain outcomes.

I have no doubt, not one shread of measly doubt, that Babe the pig is going to wow the sheepdog trial audience. Neither do you. But we're on the edge of our seats! What's up with that?

Suspense comes from putting off the inevitable.

Ik moet nog eens diep nadenken hoe ik deze wijsheid kan gebruiken als Game Master. Spelers kunnen alvast inspiratie opdoen met the complete smeghead's guide to campaign destruction.

zondag, mei 23, 2010

Pinksteren met Hector Lavoe

Met Pinksteren vieren we de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen. De Heilige Geest zelf is een mysterie, maar wat ik er wel van weet is dat deze aanwezig was toen Hector Lavoe zijn loflied aan de Almachtige neerpende:

vrijdag, mei 21, 2010

Hector Lavoe goes metal

Op El Watusi Blog vond ik een metal versie van "El dia de mi suerte" van Hector Lavoe door Charlie Parra. Het klinkt alsof het altijd al zo hoorde:

Ter vergelijking, hieronder zie je Marc Anthony's natuurgetrouw nagezongen versie uit "El Cantante". Die film is overigens misschien niet de beste introductie tot Hector Lavoe voor niet-ingewijden. Marc Anthony speelt Hector met volle overtuiging tot in de kleinste details, maar het scenario loopt gewoon niet.

Een versie van "El dia de mi suerte" van de meester zelf heb ik niet kunnen vinden, maar een post over een Lavoe nummer is natuurlijk niet compleet zonder een nummer van El Cantante zelf. "Bandolera" is wel een Lavoe favoriet van me:

donderdag, mei 20, 2010

Charanga Soul crossover

Bij recente strooptochten op Youtube kwam ik de volgende twee live uitvoeringen tegen van een paar van mijn favoriete Jovenes del Barrio nummers:



... en dan ontdek ik zo maar ineens dat Jillian Omsberry vorig jaar het grote orkest in de hemel is gaan versterken. En is het niet typisch dat de blogger die het meldt precies dezelfde nummers als ik koos?

Het liedje dat nu al dagen in mijn hoofd blijft hangen



Lebron Brothers: En el balcon aquel

zondag, april 18, 2010

Dezelfde salsa, nu met verbeterd recept


Artiest:
Adolescent's Orquesta
Titel
Sellos de mi ADN
Jaar van uitgave:
2009
Stijl:
Salsa
Winkelwaarde:
€ 19
Aantal nummers:
11
Tijdsduur:
40:11
Website:
www.adolescentesorquesta.com


Ook al had ik geen hoesje of schijf gezien, dan had ik nog binnen een halve minuut zeker geweten dat ik naar de nieuwe Adolescent's luisterde. Misschien is dat de reden dat ze hun plaat "waarmerken van mijn DNA" hebben genoemd. Ze spelen al met elkaar sinds ze nog allemaal pubertjes waren, maar het basisrecept is al die jaren hetzelfde gebleven. Ik heb nog vier van Los Adolescentes negen eerdere albums en keer op keer hoor ik ze de dunne lijn bewandelen tussen een eigen stijl hebben en in herhaling vallen. Ook op album nummer tien gaat dit kunststukje nog steeds goed. Ik denk dat het komt omdat deze jongens nog steeds op iedere plaat laten horen dat ze alweer beter hebben leren spelen. Wederom komt Adolescent's met salsa die makkelijk in het gehoor ligt maar toch geraffineerd in elkaar zit. Lekker om naar te luisteren, uitstekend om op te dansen. Zo lust ik er nog wel een paar...
Dit artikel is ook te lezen op de website van Latin Magazine

zaterdag, april 03, 2010

De verloren recensies

In 2007 was ik begonnen aan een paar recensies die al die tijd als klad-versie in mijn Blogger account hebben doorgebracht. Tijd om ze toch maar eens af te lakken en wereldkundig te maken:

Steve Guasch - Siguiendo La Tradicion

Jaar van uitgave: 2006
Stijl: Salsa dura
Winkelwaarde: € 7,50 (MP3 album bij cdbaby.com)
Aantal nummers: 11
Tijdsduur: 58:42
Vanaf het eerste moment klonk me dit heel vertrouwd in de oren: salsa dura op een stevige fundering van latin jazz. Het leek haast de formule van een andere band, maar welke dan? Niet Wayne Gorbea, daarvoor gaat Steve Guasch te ver de jazz richting op. Cubanismo dan? Nee, daarvoor klinkt zijn band te Amerikaans. Bio Ritmo dan misschien? Nee, Steve Guasch zou dan een paar bizarre zij-stapjes moeten maken in zijn uitvoering. Conexion Latina dan: salsa met Duitse Gründlichkeit uitgevoerd? Komt in de buurt, maar nog niet helemaal. En dan, na vele malen luisteren wist ik het: dit geluid ken ik van Snowboy and the Latin Section. Maar waar Snowboy nog wel eens op onbegrijpelijke wijze wil verdwalen in zijn eigen brouwsels (maar goed, daarom scharen we Snowboy ook onder de noemer latin-jazz), levert Steve Guasch alleen maar zuivere kwaliteit salsa dura op. Ik denk dat het komt doordat Steve goed weet wat hij wil: klinken als de salsa uit de hoogtijdagen. Missie geslaagd, zeg ik.

Frankie Dante y Flamboyan - Los salseros de acero

Jaar van uitgave: 1976
Stijl: Salsa dura
Winkelwaarde: € 10,99
Aantal nummers: 9
Tijdsduur: 38:22
Steel drums associeer ik met blije herinneringen aan verblijven op Aruba. Dat die instrumenten misbruikt zijn voor talloze gimmicky shows voor toeristen en voor vrijwel iedere Disney film die iets met tropische eilanden te maken heeft kan daar weinig aan veranderen. Salsa dura met steel drums is wat mij betreft een veelbelovende combinatie.
Flamboyan heeft daar echt werk van gemaakt: de steel drum krijgt op "los Salseros de Acero" een centrale plaats en zo doet hij dienst in de plaats van de tres om even later als tweede piano mee te doen. Origineel en vernieuwend, vind ik. Okay, de plaat is in 1976 opgenomen, dus het is misschien wat laat om zo'n conclusie te trekken, maar voor 2007 had IK hem nooit gehoord, dus wat dat betreft vind ik het gerechtvaardigd om dat zo te stellen.
Wat mij betreft behoort het gehele oeuvre van Frankie Dante tot de nog niet ontdekte rijkdommen uit de schatkamers van de klassieke salsa (waarbij ik tevens Foto Rodriguez y su Orquesta La Unica als zo'n niet ontdekte schat wil noemen). De grootste schat uit de Frankie Dante collectie blijft natuurlijk "Beethoven's V" (gemaakt samen met salsa's best bewaarde geheim: Markolino Dimond), maar dit is een goede tweede. De salseros van staal hebben immers een nummer geleverd voor mijn playlist van de beste salsa ooit: "El Piruli".
Liefhebbers van colombiaanse salsa zullen in het nummer van "Paz medley" van Benedict & The Magic band zeker "Ciencia politica" terug herkennen. Benedict heeft blijkbaar Frankie Dante's schatkist ontdekt. Nu jij nog.

maandag, maart 29, 2010

De toekomst van salsa


Artiest:Bannakumbi
TitelUn nuevo dia
Jaar van uitgave:2009
Stijl:Salsa
Winkelwaarde:€ 10
Aantal nummers:10
Tijdsduur:43:48

Als ik Bannakumbi met twee woorden moet beschrijven dan zou ik kiezen voor fel en verrassend. Vanaf het eerste moment zetten ze vol gas in. Na het eerste nummer verwachtte ik latin-jazz met timba invloeden te gaan horen, maar het tweede nummer, "Aunque fallaste", is goed geproduceerde, moderne Amerikaanse salsa zoals je die ook van Tito Nieves of Marc Anthony kan verwachten, maar dan met een flinke timba-injectie. En dat blijkt dan de echte basis van Bannakumbi te zijn. Zoals het hoort in de huidige salsa worden ter ondersteuning een stel rappers uit het reggaeton genre opgetrommeld (waaronder Julio Voltio, de kenner weet dan genoeg), en ook daar wachten verrassingen. De eerste anderhalve minuut van "Loco" dacht ik dat Bannakumbi vervallen was in Belle Perez-achtige nep latin onzin, wordt er uiteindelijk toch een ritme met spierballen ingezet waarover rapero Pirulo heen scandeert met het staccato geleend van Tego Calderon. Die anderhalve minuut in het begin van "Loco" was ook het enige minder sterke moment op een album dat verder als een niet te stoppen natuurkracht over de luisteraar heendondert. Deze moet je nu kopen zodat je later kan zeggen dat je die gasten al vanaf het begin in de gaten had wanneer ze mega-groot zijn.

Ouderwets wordt weer nieuwerwets


Artiest:German Villareal y su mambo big band
Titel Permiso concedido
Jaar van uitgave: 2009
Stijl: Mambo
Winkelwaarde: € 10
Aantal nummers: 10
Tijdsduur:38:41
German Villareal y su mambo big band spelen mambo, zoals je kan verwachten met zo'n naam. Het is wel een ver doorontwikkelde versie van de mambo, die stijlmatig veel dichter bij moderne salsa orkesten komt als Sonora Carruseles en Grupo Galé (oftewel harde salsa met een typisch Colombiaanse swing) dan bij Tito Puente of Cachao. Laat het nou net zo zijn dat ik Sonora Carruseles en Grupo Galé saai vind: okay om op de dansen, maar naar te luisteren, tja... het zal me worst wezen. Het mag dan opvallend heten dat ik de Mambo Big band wel prima kan pruimen. Ik denk dat het komt doordat overdaad zeker niet schaadt bij de uitvoering van de mambo. German laat de blazers in dubbeldikke rijen aanrukken en dient aldus de mambo-swing op met mokerslagen. Wanneer ik naar German Villareal luister, gaat het volume wat omhoog om al het blazersgeweld in volle glorie te kunnen horen, en zo injecteert hij zijn beukende swing diep in mijn hoofd. "¡Así se goza!", zou Joe Cuba zeggen.

zondag, maart 07, 2010

If it ain't rough, it ain't right!


Artiest:P.R. Latin Xpress 
Titel Con nuestro tumbao
Jaar van uitgave: 2009
Stijl: Salsa dura
Winkelwaarde: € 14
Aantal nummers: 11
Tijdsduur:57:04
P.R. Latin Xpress heeft twee covers op hun plaat staan: een van Lionel Richie en een van Ray Barretto. Hun stijl van spelen deed me vanaf het eerste moment denken aan oude salsa helden zoals Bobby Valentin en Pete "El Conde" Rodriguez. En ook in de eigen nummers speelt P.R. Latin Xpress constant riedeltjes die verwijzen naar oude nummers. Is het dan enkel na-aperij wat de klok slaat? Juist niet! Zie het als bewijs van een uitstekende stamboom, want de salsa dura van P.R. Latin Xpress heeft zeker wel een heel eigen, herkenbaar geluid. De verwijzingen naar anderen zijn niet per ongeluk, zoals we in het nummer "Somos el son" horen: son zoals Tite Curet en Pedro Flores (niet te verwarren met de uitvinder van de jojo) schreven, son zoals die van Adalberto Alvarez. Vorig jaar was ik een paar maanden helemaal ondersteboven van "Lo Nuestro" van La Sucursal S.A. en daarbij merkte ik al op dat old school salsa op zijn hardst terug grijpt naar zijn son roots. Dat idee wordt dus duidelijk onderstreept door de drie neven die het hart van P.R. Latin Xpress vormen. En daarmee hebben ze mij volledig te pakken, van mijn oren tot aan mijn voeten, en net zo hard als La Sucursal S.A. een tijdje geleden.

maandag, januari 11, 2010

Paul Mooney over Tiger Woods

Paul Mooney is de grappigste man op aarde (want Richard Pryor en Bill Hicks zijn dood). Hieronder zijn commentaar over het gezeur rond Tiger Woods:

Tussen haakjes, Paul's show Analyzing White America staat integraal op Youtube. "Race" en "Masterpiece" zijn er ook te vinden, maar dan wel alleen audio en verdeeld in brokjes.

zaterdag, januari 02, 2010

Ik neem mijn hoed af voor Olivio D'Eclipse

Vorige week heb ik DJ Hero aangeschaft, want ik ben te oud en te druk om 10 duizend uur te besteden aan het leren van echt DJ'en. Het is natuurlijk een josti-band variant van het echte werk, en zelfs daar ben ik niet goed in.

Daarmee is mijn aanzienlijk ontzag voor mijn mattie DJ Olivio d'Eclipse nog meer gegroeid. Voor een overzicht van zijn werk verwijs ik eenieder graag door naar zijn website,  www.synaptics.nl. Hopelijk stimuleert het extra webverkeer hem om weer wat actiever te worden in 2010.


Om trouwens nog even op DJ Hero terug te komen: de ondersteuning voor linkshandig gebruik vind ik echt uitmuntend. Daar kunnen andere spellen nog wel een voorbeeld aan nemen. Zo barst het op de Wii van boks spellen die er vanuit gaan dat iedereen rechtshandig is.

vrijdag, januari 01, 2010

Het goede voornemen van een roleplayer

Het afgelopen jaar heb ik Microlite D20 ontdekt en dat is wat mij betreft een openbaring: pen & paper roleplaying games hebben de neiging om steeds ingewikkeldere regels te krijgen naarmate ze langer bestaan. Op het moment ben ik game master van een Microlite Modern campaign met een plot dat een combinatie tussen 28 days later en V is. Ik vind het ouderwets leuk: ik hoef als game master niet uitgebreid in boeken te graven naar oplossingen.

Ik ben zelfs begonnen om het eigen roleplaying systeem van mijn speelgroep te herschrijven aan de hand van het Microlite principe. Ik ben niet de enige die op die manier is geïnspireerd, getuige de vele andere pogingen die ik heb gezien om bestaande system te vereenvoudigen door ze net als Microlite tot de essentie te strippen:
Dit jaar wil ik ook eens wat andere systemen uitproberen die trachten om het denkbeeldige leven van rpg spelers en hun game master te vereenvoudigen:
Tot slot neem ik me voor om The Core Mechanic regelmatig te gaan lezen.