vrijdag, december 29, 2006

Autoradio reviews deel 3

Okay, het heeft even geduurd voordat ik weer iets kon publiceren over de barrage aan phat tunes waarvan ik heb mogen genieten de laatste maanden. Excuse me for having a job... but never mind the bollocks, want hier volgen recensies van twee platen die het allemaal goed maken, wat mij betreft:

Markolino Dimond con Frankie Dante - Beethoven's V

In 1992 kocht ik mijn eerste salsa plaat (Color Americano van Willie Colon). Ik dacht dat ik sindsdien een respectabele verzameling had opgebouwd en alle belangrijke namen wel kende ondertussen. Het verbaast me dat tot nu toe een meester als Markolino Dimond volledig aan mijn aandacht is ontkomen. Achteraf heb ik gezien dat ik hem al in de verzameling had, maar dan in de schaduw van giganten als Hector Lavoe en Larry Harlow.

Het geluid dat Markolino uit de piano tovert op deze kan ik alleen verklaren met het vermoeden dat hij een vinger of twee extra aan iedere hand heeft. Alles wat de band doet draait zo ongeveer om Markolino's pianospel, wat resulteert in een uiterst strak klinkend geluid. Hij speelt op een manier hier waar zelfs Eddie Palmieri vast af en toe jaloers van zal worden.

Eigenlijk is dit een dubbele ontdekking. In de schaduw van Markolino is het makkelijk om het talent van Frankie Dante over het hoofd te zien. Deze man is een kameleon: af en toe vond ik hem als Henry Fiol klinken (die toch bekend staat om een beduidend milder geluid) terwijl meestentijds Frankie de salsa ijskoud spijkerhard opdient zoals een echte sonero betaamt.

Het is geen toeval dat César Miguel Rondon, een autoriteit op het gebied van salsa, deze plaat beschouwt als een van de beste ooit in het genre. Hij komt inderdaad ook heel erg hoog binnen in mijn top-whatever aller tijden. Inderdation, inderdeed, deze hoort in iedere salsa collectie thuis!

Carlos 'Patato' Valdes - Patato y Totico

Jimmy Bosch noemt zichzelf de Avion de la Salsa, maar met Patato y Totico wordt er niet gevlogen: dit is de dune-buggy van de salsa. Als je je door hen laat meevoeren, staat je een hele andere ervaring te wachten. Wat zij brengen is een strand-rally uitvoering van wat ik dacht te herkennen als Son (zoals de Cubaanse tweelingzus van de salsa heet). Op descarga.com werd deze plaat echter als schoolvoorbeeld van de rumba genoemd. Daarmee bleek het weer eens tijd om na te lezen wat de rumba eigenlijk ook alweer inhoudt. Anyway, ontdaan van alle ballast gaan dit tweetal echt helemaal los, diep de Afrikaanse jungle in.

Kaler kan je afro-cubaanse muziek haast niet spelen: bas, tres en slagwerk. Normaal ga ik voor salsa die gemaakt wordt door orkesten met de omvang van een invasiemacht, maar dit werkt ook. Het roept het gevoel op alsof Patato y Totico ergens midden in de nacht buiten bij een klein vuurtje zitten te spelen.

Af en toe vond ik deze plaat surinaams klinken (kawina-achtig). De zanger vraagt, het coro antwoordt herhalend, en de drummers rammen erop erop los totdat iedereen in trance is. Maar dat is natuurlijk een kwestie van parallele evolutie vanuit dezelfde oerbron. It is Africa calling (zoals Chaparro dat zegt). If you are willing and able to answer, dan is Patato y Totico misschien iets voor jou.