woensdag, mei 27, 2009

Salsa hoeft niks te kosten

"El Don del Son" Henry Fiol is misschien wel een rare snuiter met een fobie voor reggaeton, hij is ook een begenadigd vertolker van de son met een aardig oeuvre op zijn conto.
Vorig jaar besloot hij zomaar spontaan om een CD weg te geven via internet. Die kan je nummer voor nummer van Henri Fiol's download pagina halen. Daar kan je tevens hoesjes vinden als je besluit een audio CD van de MP3 bestanden te bakken.
Ik ga hier natuurlijk geen recensie aan wijden. Recensies zijn immers bedoeld om de muziekverzamelaar zijn of haar centjes zo goed mogelijk te laten besteden, maar wat voor buil kan je je vallen voor gratis? Wat doe je nog op mijn pagina?? Vort, direct downloaden dat spul!
Onzekere mensen die nu nog een duwtje nodig hebben kunnen beter het interview met Henry Fiol op descarga.com lezen, want hierin wordt de plaat uitgebreid besproken.
Wat is er nog beter dan ambachtelijk gemaakte son voor niks? Timba voor niks! Songo 21 uit Parijs doen ook aan weggeven. Hieronder vind je de link naar hun gratis EP:

zondag, mei 17, 2009

Manny Oquendo voor beginners

Vroeger was ik een verwoed lezer van Oyé Listen. Ik verslond ze, van het prille begin als een stapel geniete printjes op de toonbank van de betere platenzaken tot het einde in 2003, toen gegroeid tot een echt tijdschrift. Een aantal redactieleden van dit blad maakten er geen geheim van dat op salsa-gebied er voor hen maar één oppergod was: Manny Oquendo y su Conjunto Libre. Te pas en te onpas werd Manny erbij gesleept als het absolute ijkpunt van alles wat goed en heilig was in de salsa.
In die tijd kon ik Manny Oquendo's muziek echter nergens vinden, en het was ook nergens te bestellen. Mijn verwachtingen liepen hoog op. Uiteindelijk vond ik ergens in 2002 op een obscure website wat 3 complete albums van Manny Oquendo in MP3 vorm. Op het eerste gezicht was het lang niet het vuurwerk dat ik verwacht had. Ik was op dat moment (weer eens) helemaal op de Timba toer. Vergeleken met het uitbundige geluid van Charanga Habanera klonk Manny Oquendo voor mij als kamermuziek (misschien niet zo gek, als je weet dat Manny's benadering getypeerd werd door zijn uitspraak: "Never overplay"). Zodoende belandde de CD's die ik brandde op een stapel die ik lange tijd niet meer draaide.
Twee jaar later kwamen de CD's van Manny Oquendo bij een opruimpoging weer uit de kast. De schijfjes moesten blijkbaar rijpen, want deze keer hoorde ik iets heel anders. "Con salsa, con ritmo" sprak tot mij zoals het eerder deed tegen een deel van de redactie van Oyé Listen.
Als een taxiënde bommenwerper swingt "Con salsa con ritmo" ingehouden maar krachtig door het eerste nummer, "Lamento Borincano". Het gas gaat terug in de bolero "Risque", waarin het lijkt alsof de zanger volledig naar de klote is door een ellendig geëindigde liefde. Maar de zanger leeft weer helemaal op in "Saoco": hierin trekt de band meedogenloos van leer onder het motto van Libre dat ik me sindsdien geheel eigen heb gemaakt: "Siempre pa'lante, nunca pa'tras!" (altijd voorwaarts, nimmer terug!). En dan is het monster uit zijn kooi en laat het zich niet meer bedwingen.
Later ontdekte ik wat van de geheimen achter "Con salsa con ritmo". Om te beginnen was Manny Oquendo en zijn crew kwaad op Eddie Palmieri, zijn voormalige broodheer. Boosheid heeft in salsa al vaker een goede plaat opgeleverd: zo is het nummer "Indestructible" van Ray Barretto in feit 1 grote "fuck you" aan het adres van Adalberto Santiago. Wellicht dwaal ik af, maar misschien ook niet. Het is deel van het New Yorkse temperament. Salsa is een kind van New York, ook al waren haar ouders elders geboren. Dezelfde voorkeur voor opschepperij en muzikale afrekeningen zie ik ook terug in hip-hop (dat andere muzikale kind van New York). Op "Los New Yorkiños", een album van Manny Oquendo uit 1999, claimt de zanger van Libre namens zijn groep de kroon van de New Yorkse salsa scene, nota bene begeleid door een rapper die dat nog eens aandikt.
Wat "Con salsa, con ritmo" ook geweldig maakt is de line-up van superieure muzikanten, waaronder Oscar Hernandez (tegenwoordig baas van Spanish Harlem Orchestra en jarenlang de vaste pianist achter Ruben Blades), en de broers Andy Gonzalez en Jerry Gonzalez (die later met de Fort Apache band latin jazz geschiedenis schreven).
Maar bovenal is het geheim van "Con salsa, con ritmo" is dat de plaat met één poot stevig op jazz leunt. Salsa en jazz zijn oude bekenden van elkaar: de salsa van Fania werd uitgevonden door musici met een jazz achtergrond die voor hun brood afro-cubaanse muziek speelden maar het niet konden laten om er een jazz stempel op te drukken (om zo stiekem hun publiek een beetje op te voeden).
Vele jaren heb ik gehoopt Manny Oquendo y su Conjunto Libre ooit eens live in Nederland te mogen zien. Op 25 maart 2009 kwam een eind aan die droom, toen Manny ophield met ademen. De legende leeft uiteraard door. Wat mij betreft was "Con salsa, con ritmo" voldoende voor eeuwige roem, maar Manny Oquendo heeft nog veel meer wapenfeiten op zijn naam staan waarmee hij een plaats in de eregalerij van de salsa verdient: gespeeld naast Chano Pozo, vervanger geweest van Tito Puente, was lid van het invloedrijke "Grupo Folklorico y Experimental Nuevayorquino", was broodheer van Jimmy Bosch, en ga zo maar door. En als dat nog niet genoeg is, gaf hij mij ook nog eens een tweede levensmotto mee met het openingsnummer van het album "Libre": "Goza la vida como hago yo" (geniet van het leven zoals ik dat ook doe).
Om al die redenen vond ik het nodig om het leven en werk van Manny Oquendo te vieren en te eren met de woorden op deze pagina.

Dit artikel is ook te lezen op de website van Latin Magazine

zondag, mei 10, 2009

Gezien: La Excelencia @ Melkweg

Vele van mijn muzikale helden zijn dood. Ray Barretto is in 2006 overleden, en anderhalve maand geleden is Manny Oquendo ook opgeroepen voor een permanente plek in het grote orkest in de hemel. Da's niet vreemd: ik heb een voorkeur voor salsa dura, en dat is typisch iets van de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Wat heeft dit met La Excelencia te maken? Alles. In de Max-zaal van de Melkweg zag ik gisteren de geest van Ray Barretto en Manny Oquendo bezit nemen van José Vázquez-Cofresi en Julián Silva. José zag ik dingen doen die ik alleen in oude films van optredens van Ray Barretto heb gezien (en in wat afgezwaktere vorm die ene keer dat ik Ray zelf live heb zien optreden). José stond er met een grijns van oor tot oor die ik zo typisch van timbalero's vind: ik zag diezelfde blik van verrukking op de gezichten van Tito Puente, en Nicky Marrero, en Orestes Vilato in oude opnames. Voor mij waren José en Julián de helden van de avond, en da's niet niks als er nog 10 andere kanjers op het podium staan.
Nu moet ik bekennen dat ik een La Excelencia fanboy ben vanaf het moment dat ik de eerste 20 seconden van "Salsa con conciencia" hoorde. Ik snapte er dan ook niks van toen ik de Melkweg binnenstapte en zag dat het balkon was afgesloten. Ze stonden uiteindelijk te spelen voor een zaal die misschien voor een kwart gevuld was. Aanvankelijk was ik zwaar teleurgesteld in de Nederlandse salsa fans, maar ik heb besloten het me persoonlijk aan te trekken: blijkbaar heb ik niet genoeg van de daken geschreeuwd hoe geweldig ze wel niet zijn. Ik zou daar zelf ook filmisch bewijs van gemaakt hebben met mijn telefoon als ik niet zo enorm overdonderd was door de dikke muur van geluid die La Excelencia op het publiek losliet. Zo heb ik het maar een paar keer eerder meegemaakt: in 1994 bij NG La Banda en in 2006 zelfs twee keer, eerst bij Manolito y su Trabuco (die dat truukje recentelijk niet konden herhalen) en later dat jaar bij Spanish Harlem Orchestra.
Ergens kwam het me ook wel goed uit. Ten eerste kan ik nu lekker pochen dat jullie allemaal een geweldig concert hebben gemist. Daarnaast had ik de kans om een van de conga sticks van Julian Silva te bemachtigen toen hij ze het publiek in wierp. De kans daarop was een hoop kleiner geweest bij een drukker concert.
Vanaf het begin van het concert was het me duidelijk dat ze helemaal losgingen. Het openingsnummer was "Salsa dura" van hun meest recente CD, "Mi Tumbao social". Met de uitvoering daarvan was de toon meteen gezet: harde salsa dult geen compromissen. Er werd hard gewerkt op het podium, en dat riep bij mij weer herinneringen op aan het sympathieke optreden van La 33 op hetzelfde podium vorig jaar, die met dezelfde gretigheid tekeer gingen. Ik hoop dat dit in beide gevallen komt door de relatief lage gemiddelde leeftijd van de bandleden: een garantie dat ik in de toekomst ergens anders terecht kan wanneer de Fania-generatie dan echt is uitgestorven.
Vanaf mijn positie helemaal vooraan kon ik ook goed zien hoe pianist Willie Rodriguez met handgebaren het orkest leidde, hetgeen me deed denken aan hoe ik dat Eddie Palmieri ook had zien doen een aantal jaar geleden. Al redelijk vlot in de set kwam een van mijn favoriete nummers aan bod: "La Salsa y el Guaganco". De uitvoering van "Aña pa mi tambor" kwam ook buitengewoon goed uit de verf. Al met al was ik niet de enige die diep onder de indruk was, getuige het feit dat ze voor een tweede toegift werden teruggeroepen. De aanmoedigingen die achter me hoorde deden met vergeten dat de zaal meer dan half leeg was.
Het enige dat ik minder vond was dat de zangers Edwin Perez en Gilberto Velazquez het publiek tussen de nummers enkel in het Spaans toespraken. Midden in een betoog vroeg Edwin nog wel heel even of hij niet beter in het Engels kon doorgaan. Daar kwam natuurlijk geen echte reactie op: hij had allang de aandacht verloren van de mensen die zijn verhaal helemaal niet konden volgen. Zelf heb ik daardoor zo ongeveer de helft van hun woorden gemist, want verder kwam ik niet met mijn vakantie-Spaans. Maar goed, ik heb er niet of nauwelijks minder door genoten.
Ik bezocht het concert van La Excelencia samen met een familielid die vanwege vermoeidheid van vele dagen overwerk op het laatste moment verstek wilde laten gaan. Zij heeft de hele avond gedanst met een glimlach die niet meer van haar gezicht te slaan was. Toen zij zei: "ik weet ook niet waar ik die energie ineens vandaan heb", wees ik haar op het podium. Salsa is voor ons als vitamine: iedere dag nodig. La Excelencia brengt het in supergeconcentreerde vorm. Onmisbaar in mijn muzikale dieet.

Dit artikel is ook te lezen op de website van Latin Magazine

maandag, mei 04, 2009

Gezien: Manolito in concert

In 2005 heb ik Manolito y su Trabuco voor het eerst live gezien (in Tivoli, Utrecht) en zo strak als ze daar speelden heb ik noch daarvoor, noch sinds geen enkele andere band gezien. Omdat er grenzen zijn aan mijn budget voor concertkaartjes (en mijn honger voor optredens groot) heb ik ze de afgelopen jaren aan me voorbij laten gaan. Maar zo'n grote verleiding kan niet eindeloos weerstaan worden, dus toen ik hoorde dat Manolito met zijn fijne mix op 25 maart in de Melkweg zou staan waren de kaartjes zo besteld, ondanks de napijn in mijn portemonnee van de dure decembermaand. In de weken voor het concert dreef ik de verwachtingen van het gezelschap waarmee ik naar het concert ging hoog op.
Het duurde behoorlijk lang voordat het optreden begon. Eerst werd het publiek opgewarmd door een paar dat een dans met santeria elementen liet zien. Dat deden ze verdienstelijk, maar op een gegeven moment duurde me het te lang want ik was gewoon te gretig om de band te zien.
Uiteindelijk was het dan zo ver: de muzikanten bemanden hun posten en begonnen een soort van jazzfunk intro (a lo cubano, uiteraard) te spelen, en dat is eigenlijk wat ik van een timba band verwacht. Maar toen de zangers opkwamen, wachtte mij een shock: waar is Sixto "El Indio" Llorente? Op de plaats van deze veteraan van de son stond een knul met Yu-Gi-Oh haar. Later las ik dat dit El Noro is, die eind 2007 door Manolito bij Maikel Blanco is weggekaapt om de grote schoenen van de toen afzwaaiende El Indio te vullen. Een paar nummers later nam El Noro mijn ergste zorgen weg, maar toch miste ik mijn held.
Misschien mede om die reden had ik de eerste helft van het concert het gevoel alsof ze speelde met de handrem erop. Het kwam wellicht ook omdat er niet één violist op het podium stond (hoewel Oor er wel een had gesignaleerd -- ik echt niet). Wat mij betreft zijn de violisten wel erg belangrijk om het geluid van Manolito y su Trabuco zijn volheid te geven. Wat ook meespeelde was dat ze meer recentere nummers speelden in het begin. Vergeleken met hun oudere werk vind ik de laatste CD van Manolito, "Control", gewoon wat tammer.
Wie me vrij snel bijzonder positief opviel was de drummer, Roicel Riveron, die ronduit bovenmenselijke prestaties leverde van begin tot eind. Zanger Ricardo Amaray stond lekker arrogant de meeste aandacht op te eisen met zijn zonnebril op de hele tijd, maar dat vind ik stiekem ook wel weer cool eigenlijk (want hij is ook wel erg goed). Ook opvallend was dat zanger Mayami pas heel laat in de set een nummer mocht dragen en meer op de achtergrond bleef.
Tegen de tijd dat ze Manolito y su Trabuco hun reggaeton knaller "Control" loslieten was ik toch weer verkocht, ondanks het feit dat ik ze de vorige keer beter vond. Toen ik naar huis ging zag ik dat ze toch een kleine 2 uur gespeeld hadden. Intens tevreden viel ik in slaap die avond.

Youtube links naar Manolito in de Melkweg, 25 maart 2009


Dit artikel is ook te lezen op de website van Latin Magazine

Salsa kan altijd harder!


Artiest:La Sucursal S.A.
Titel Lo Nuestro
Jaar van uitgave: 2009
Stijl: Salsa dura
Winkelwaarde: € 15
Aantal nummers: 11
Tijdsduur:57:49
Website: http://www.lasucursalsa.com/
Wie bij mij thuis komt of in mijn auto meerijdt, zou kunnen denken dat "Lo Nuestro" in al mijn CD spelers vastgelijmd zit. Ik kan er al weken niet genoeg van krijgen! Vanuit Barcelona leveren zij spijkerharde salsa waarvoor je doorgaans enkel terecht kan bij New Yorkers als La Excelencia of Spanish Harlem Orchestra. Het meest opvallende aan het geluid van La Sucursal S.A. is de ouderwets klinkende dikke bas onder de tracks die afwisselend heel melancholisch en dan weer weergaloos opzwepend klinkt. Uiteraard ontbreekt de batterij blazers niet, en dan nog als "cherry on top" een formidabele zanger die doet denken aan Ruben Blades (in a Victor Manuelle in "El Cantante" kind of way). Het eerste nummer dat ik hoorde van de CD is een ode aan "El Antilla", een club in Barcelona. Zo, weet ik meteen ook waar ik heen moet de volgende keer als ik in die stad ben.
In het titelnummer trekt La Sucursal S.A. dusdanig old-school van leer dat het bijna son lijkt (maar dan van de felle soort zoals bv Son 14 brengt in plaats van de wat lomere stijl van de respectable oude mannetjes van de Buena Vista Social Club). Maar het meest hebben ze me nog met de nummers die langzaam aan de kook raken, zoals "Caigo" en "No te puedo querer". De samenstellers van de Latin Village CD serie hebben dat laatste nummer al opgepikt, en dat geeft me goede hoop dat La Sucursal binnenkort ook in Nederland live filiaal gaat houden.

Dit artikel is ook te lezen op de website van Latin Magazine