zondag, mei 17, 2009

Manny Oquendo voor beginners

Vroeger was ik een verwoed lezer van Oyé Listen. Ik verslond ze, van het prille begin als een stapel geniete printjes op de toonbank van de betere platenzaken tot het einde in 2003, toen gegroeid tot een echt tijdschrift. Een aantal redactieleden van dit blad maakten er geen geheim van dat op salsa-gebied er voor hen maar één oppergod was: Manny Oquendo y su Conjunto Libre. Te pas en te onpas werd Manny erbij gesleept als het absolute ijkpunt van alles wat goed en heilig was in de salsa.
In die tijd kon ik Manny Oquendo's muziek echter nergens vinden, en het was ook nergens te bestellen. Mijn verwachtingen liepen hoog op. Uiteindelijk vond ik ergens in 2002 op een obscure website wat 3 complete albums van Manny Oquendo in MP3 vorm. Op het eerste gezicht was het lang niet het vuurwerk dat ik verwacht had. Ik was op dat moment (weer eens) helemaal op de Timba toer. Vergeleken met het uitbundige geluid van Charanga Habanera klonk Manny Oquendo voor mij als kamermuziek (misschien niet zo gek, als je weet dat Manny's benadering getypeerd werd door zijn uitspraak: "Never overplay"). Zodoende belandde de CD's die ik brandde op een stapel die ik lange tijd niet meer draaide.
Twee jaar later kwamen de CD's van Manny Oquendo bij een opruimpoging weer uit de kast. De schijfjes moesten blijkbaar rijpen, want deze keer hoorde ik iets heel anders. "Con salsa, con ritmo" sprak tot mij zoals het eerder deed tegen een deel van de redactie van Oyé Listen.
Als een taxiënde bommenwerper swingt "Con salsa con ritmo" ingehouden maar krachtig door het eerste nummer, "Lamento Borincano". Het gas gaat terug in de bolero "Risque", waarin het lijkt alsof de zanger volledig naar de klote is door een ellendig geëindigde liefde. Maar de zanger leeft weer helemaal op in "Saoco": hierin trekt de band meedogenloos van leer onder het motto van Libre dat ik me sindsdien geheel eigen heb gemaakt: "Siempre pa'lante, nunca pa'tras!" (altijd voorwaarts, nimmer terug!). En dan is het monster uit zijn kooi en laat het zich niet meer bedwingen.
Later ontdekte ik wat van de geheimen achter "Con salsa con ritmo". Om te beginnen was Manny Oquendo en zijn crew kwaad op Eddie Palmieri, zijn voormalige broodheer. Boosheid heeft in salsa al vaker een goede plaat opgeleverd: zo is het nummer "Indestructible" van Ray Barretto in feit 1 grote "fuck you" aan het adres van Adalberto Santiago. Wellicht dwaal ik af, maar misschien ook niet. Het is deel van het New Yorkse temperament. Salsa is een kind van New York, ook al waren haar ouders elders geboren. Dezelfde voorkeur voor opschepperij en muzikale afrekeningen zie ik ook terug in hip-hop (dat andere muzikale kind van New York). Op "Los New Yorkiños", een album van Manny Oquendo uit 1999, claimt de zanger van Libre namens zijn groep de kroon van de New Yorkse salsa scene, nota bene begeleid door een rapper die dat nog eens aandikt.
Wat "Con salsa, con ritmo" ook geweldig maakt is de line-up van superieure muzikanten, waaronder Oscar Hernandez (tegenwoordig baas van Spanish Harlem Orchestra en jarenlang de vaste pianist achter Ruben Blades), en de broers Andy Gonzalez en Jerry Gonzalez (die later met de Fort Apache band latin jazz geschiedenis schreven).
Maar bovenal is het geheim van "Con salsa, con ritmo" is dat de plaat met één poot stevig op jazz leunt. Salsa en jazz zijn oude bekenden van elkaar: de salsa van Fania werd uitgevonden door musici met een jazz achtergrond die voor hun brood afro-cubaanse muziek speelden maar het niet konden laten om er een jazz stempel op te drukken (om zo stiekem hun publiek een beetje op te voeden).
Vele jaren heb ik gehoopt Manny Oquendo y su Conjunto Libre ooit eens live in Nederland te mogen zien. Op 25 maart 2009 kwam een eind aan die droom, toen Manny ophield met ademen. De legende leeft uiteraard door. Wat mij betreft was "Con salsa, con ritmo" voldoende voor eeuwige roem, maar Manny Oquendo heeft nog veel meer wapenfeiten op zijn naam staan waarmee hij een plaats in de eregalerij van de salsa verdient: gespeeld naast Chano Pozo, vervanger geweest van Tito Puente, was lid van het invloedrijke "Grupo Folklorico y Experimental Nuevayorquino", was broodheer van Jimmy Bosch, en ga zo maar door. En als dat nog niet genoeg is, gaf hij mij ook nog eens een tweede levensmotto mee met het openingsnummer van het album "Libre": "Goza la vida como hago yo" (geniet van het leven zoals ik dat ook doe).
Om al die redenen vond ik het nodig om het leven en werk van Manny Oquendo te vieren en te eren met de woorden op deze pagina.

Dit artikel is ook te lezen op de website van Latin Magazine

Geen opmerkingen: